Muzische groei (2)

Tijdens de voorbije maanden heb ik aan mijn doelen proberen werken om op die manier nog wat meer muzisch te groeien.

Drie doelen waaraan ik gewerkt heb:

Twee doelen die ik ondertussen bereikt heb:

De leefwereld van kinderen op een muzische wijze benaderen
Aan dit doel heb ik intensief gewerkt tijdens mijn stage in het eerste leerjaar.
Eerst en vooral heb ik de klas ingekleed in mijn werothema: de herfst. Zo benaderde ik de leefwereld van de kinderen op een muzische manier. Ik maakte een grabbelpaddenstoel waarin nootjes lagen. Op die nootjes stonden bewegingstussendoortjes. Wanneer er nood was aan een bewegingstussendoortje mocht één van de kinderen in de paddenstoel grabbelen naar een nootje. De tussendoortjes waren ook ingekleed in het thema.
De muzolessen heb ik ook ingekleed in dit thema. Voor wereldoriëntatie maakten we een leeruitstap naar het bos. Dat heb ik als instap voor mijn muzolessen gebruikt omdat dit zeer goed aansluit bij de leefwereld van de kinderen. Elk kind is wel al eens naar het bos geweest, kent de verschijnselen van de herfst...
Zo heb ik hen het lied 'de bulderende paddenstoel' aangeleerd. Als instap gebruikte ik een voeldoos waarin allerlei spulletjes uit het bos zaten: nootjes, bolsters, blaadjes, mos, schors... De kinderen voelden in de doos met hun ogen dicht en moesten raden wat er in de doos zat.
Met het materiaal dat we in het bos verzamelden, hebben we herfstdozen gemaakt. Alle kinderen brachten een schoendoos mee die we beplakten met blaadjes, nootjes, bolsters, takjes...
Ik heb de kinderen ook een gedichtje over de herfst geleerd:

oei, wat een weer

bromt de beer

ik blijf liever thuis

piept de muis

de vos zegt: regen

daar kan ik niet tegen

wat is het slecht

pikt de specht

maar de haas, die wordt niet nat

op z'n kop legt hij een blad

en dat is dat

Hiermee sprak ik ook hun voorkennis op een muzische manier aan omdat het allemaal dieren waren die ze kenden en die ook tijdens wereldoriëntatie aan bod zijn gekomen.

Ik heb het gedicht aangeleerd aan de hand van prenten van de dieren.

We hebben ook herfstdiertjes gemaakt met het materiaal dat we in het bos gevonden hadden. Zo maakten we eekhoorns, egels, muizen, uilen, spinnen, ...

Ik heb ook bewegingsexpressie geïntroduceerd tijdens mijn lessen. De kinderen hebben bijvoorbeeld een verhaal over een jager in het bos uitgebeeld en ze hebben door de klas bewogen op een verhaaltje van een egel waarbij ze moesten uitbeelden hoe de egel er uit ziet als hij bang is, boos is, wandelt, ...

Dus ik denk dat ik al goed aan dit doel gewerkt heb de voorbije maanden.

Grabbelpaddenstoel

Herfstdiertje 1e leerjaar

Herfstdiertje 1e leerjaar

Het vermogen ontwikkelen om kritisch te reflecteren over het eigen muzisch handelen en dat van anderen en dat evalueren in een genuanceerde taal
Ik heb tijdens de stage in het eerste leerjaar geprobeerd om mijn muzolessen zo kritisch mogelijk te evalueren en beoordelen. Na elke les heb ik nagedacht over wat goed ging en wat niet.
Zo kwam ik tot de bemerking dat ik tijdens de les muziek meer begeleiding had moeten voorzien, want dat het nu niet altijd even toonvast was. Maar ik heb ook genoteerd dat de kinderen het een zeer leuk liedje vonden.
De beeldlessen waren allebei goed gelukt. Zowel het maken van de herfstdoos al het maken van de herfstdiertjes vonden de kinderen leuk. Met het maken van de herfstdoos waren we iets sneller klaar dan gedacht en dan heb ik hen op de binnenkant van de doos nog een achtergrond laten tekenen.
Het gedicht aanleren was niet zo eenvoudig, maar is toch wel vrij goed gelukt. Ik heb dit nog meerdere malen herhaald waardoor de kinderen het toch wel vrij vlot kenden tegen het einde van mijn stage. Het originele gedicht is trouwens ook langer, ik heb het ingekort. Dat vond mijn mentor goed. Hij zei dat hij zelf nog de originele versie aangeleerd heeft, maar dat dit te moeilijk was.
De bewegingslesjes zijn zeer goed verlopen. De kinderen vonden dit zeer leuk om te doen, maar ik vond het ook leuk om hen bezig te zien. Ze gaven zich volledig en het resultaat was zeer geslaagd. Ik heb spijt dat ik het niet gefilmd heb.
Bij het uitbeelden had ik de kinderen elkaar nog meer kunnen laten evalueren. Nu deed ik dat nogal vlug zelf, maar door de kinderen dit te laten doen, zouden ze nog meer betrokken zijn bij de les.

Ik heb tijdens deze muzolessen natuurlijk ook de kinderen geëvalueerd.
Bij het maken van de herfstdoos heb ik de kinderen elkaar laten evalueren door een tentoonstelling van de werkjes te maken. Ze moesten het mooiste werkje een pluim geven en ook aangeven waarom ze die doos mooist vonden. Zelf heb ik daaraan mijn eigen beoordeling gekoppeld.
Bij het gedicht heb ik mijn zelf uitgevonden evaluatiemethode toegepast. Deze was ook in het thema van de herfst. Ik had foto's van dieren op een satéstok gehangen. Deze konden de kinderen als masker opzetten en vertellen waarom ze voor welk dier gekozen hadden. Bijvoorbeeld: "Ik voelde me als de zwaluw, want het liefst van al was ik gewoon weggevlogen omdat ik het niet leuk vond." Of: "Ik voelde me als het grote hert, omdat ik voelde dat ik het goed kon!"

Tijdens de muzo-stage in Dworp heb ik ook aan dit doel gewerkt. We moesten elkaar verschillende keren evalueren. De eerste keer was na het toonmoment. Elk groepje moest een ander groepje evalueren, maar we mochten niet kiezen hoe. We kregen een blaadje waar op stond hoe we moesten evalueren. Wij hadden de opdracht om een slogan te bedenken. Onze slogan was: "Kleuren maken je vrolijk!"
Dit was een nieuwe manier van evalueren, die ik nog niet kende.
De tweede keer dat we moesten evalueren was i.v.m. de workshops op de lagere school. We moesten zowel onszelf als onze groepsleden beoordelen en evalueren. Dit moesten we doen a.d.h.v. cijfers. We moesten iemand een 1 = onvoldoende, iemand een 2 = gemiddeld en iemand een 3 = boven het gemiddelde geven. We vonden dit zeer moeilijk en daarom is de opdracht een beetje gewijzigd. Bij ons in de groep was er niet iemand die er bovenuit stak of die veel slechter was. Wij hadden alle drie enorm goed onze best gedaan. Er waren zes talenten waarop we elkaar moesten beoordelen. Ik heb er wel bij iedereen een talent uitgepikt waarvan ik vond dat die persoon er sterker in was dan de andere groepsleden. Zo vond ik van Fien dat zij een echt leiderstalent is, van Saskia dat zij een muzisch didactisch talent is en van mezelf dat ik een praktisch talent ben.
Dan moesten we elkaars evaluatiekoffer beoordelen. Dit moesten we doen a.d.h.v. een evaluatieformulier dat door de docenten was opgesteld. We moesten voor verschillende aspecten kiezen uit onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. Per categorie stond goed beschreven wanneer je welke score moest krijgen. Op die manier was het niet zo moeilijk om elkaar te beoordelen.

Eén doel waaraan ik nog moet werken:

Impressies en ervaringen uitdrukken vanuit onze eigen leefwereld
Aan dit laatste doel heb ik nog niet zo veel kunnen werken tijdens de voorbije maanden. Maar tijdens mijn stage in het zesde leerjaar zal ik dit wel moeten doen, vermoed ik. Ik weet al dat ik waarschijnlijk zal moeten werken rond kunst en kunstenaars, dus dan zal ik me eerst in hun werken en leven verdiepen om er nadien les over te kunnen geven.